Beperking adviesplicht

De inperking van de ministeriële adviesplicht is per 1 januari 2009 van kracht geworden in de vorm van een formele wijziging van de Monumentenwet 1988.

Aanvragen van een omgevingsvergunning

De Monumentenwet bepaalt dus dat de gevallen waarin burgemeester en wethouders gehouden zijn een vergunningaanvraag om advies voor te leggen aan de minister bij ministeriële regeling worden bepaald. Deze ministeriële regeling is op 30 december 2008 onder nummer 2667 in de Staatscourant gepubliceerd. Artikel 2 van deze regeling geeft aan in welke gevallen burgemeester en wethouders gehouden zijn de minister om een advies te vragen alvorens zij een besluit nemen over de aanvraag voor een omgevingsvergunning. Te weten: 

a. bij een aanvraag voor het afbreken van een beschermd monument of een deel daarvan (voor zover van ingrijpende aard); 

b. bij een aanvraag voor het ingrijpend wijzigen van een beschermd monument of een belangrijk deel daarvan, voor zover de gevolgen voor de waarde van het beschermde monument vergelijkbaar zijn met de gevolgen van het geval, bedoeld in onderdeel a; 

c. bij een aanvraag voor het reconstrueren van een beschermd monument of een belangrijk deel daarvan, waarbij de staat van het monument wordt teruggebracht naar een eerdere staat of een veronderstelde eerdere staat van dat monument; 

d. bij het geven van een nieuwe bestemming aan een beschermd monument of een belangrijk deel daarvan. 

In de toelichting bij deze regeling wordt met voorbeelden uitvoerig ingegaan op hetgeen met deze vier gevallen wordt bedoeld. De tekst van de ministeriële regeling is te vinden in genoemde Staatscourant.



Laatst bewerkt op 04-06-2015